Wat is duurzaamheid in de installatietechniek?
Wat is duurzaamheid in de installatietechniek? Duurzaamheid is een populair begrip. Het wordt tegenwoordig bijna overal op toegepast. Ben je niet ‘duurzaam’, dan doe je niet mee. In welke sector je ook werkt. Maar wat is duurzaamheid nu eigenlijk en hoe verhoudt zich dat tot de installatietechniek? ZNI geeft een overzicht.
Wat is duurzaamheid, ofwel duurzame ontwikkeling?
Wat is duurzaamheid, ofwel duurzame ontwikkeling? Er zijn vele definities voor. Maar laten we uitgaan van de “dikke van dale”. Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Wat ons betreft een uitstekende omschrijving.
Duurzaamheid wil dus zeggen dat we in onze behoeften voorzien, zonder dat we mensen, het milieu of de economie in gevaar brengen, nu of in de toekomst. Hoe verhoudt zicht dat tot de installatietechniek?
Duurzaamheid in de installatietechniek
Als we kijken naar systemen die vandaag de dag worden gebruikt binnen de branche: Verwarming, Verlichting, koeling, Ventilatie, Waterbesparing, Domotica, Warmtewisselaars, PV, Zonneboilers, Warmtepompen en Warmtekoudeopslag WKO zijn op zichzelf niet duurzaam.
Duurzaamheid in de installatietechniek is afhankelijk vanaf welke bron het komt en wat het totaal aan producten gezamenlijk oplevert en bespaard aan energie. In combinatie met bouwkundige maatregelen zoals hoogwaardige isolatie en glas is het mogelijk om energieneutraal te ontwerpen.
Waarom heeft de installatietechniek behoefte aan duurzaamheid?
Waarom heeft de installatietechniek behoefte aan duurzaamheid? Eén van de redenen, om de klimaatdoelstellingen van de overheid te kunnen halen, moet het ontwerp en installatieproces van gebouwen veranderen. De doelstelling zijn stevig: Vanaf 2021 worden nieuwe gebouwen in de regel niet meer op gas verwarmd en ‘Bijna Energieneutraal’ (BENG). Dankzij uitstekende isolatie is er voor verwarming vrijwel geen energie nodig en wat er nodig is komt uit groene bronnen. In 2050 moet ook de hele bestaande woningvoorraad gasloos zijn. Daarbij levert dit voor de gebruiker of eigenaar van deze installaties een aanzienlijke besparing op de energiekosten op.
De installatiebranche moet én gaat de transitie in. Dit gaat met een enorme snelheid gebeuren. De snelheid van het doorvoeren van alle eisen zal effect hebben op: aannemers, onderaannemers, particulieren en installateurs.
De opgelegde eis vanuit de overheid en de daarbij komende kosten van de “verduurzaming” zorgen landelijk voor discussie. Het zal een pittige klus worden om alle doelstelling te behalen. Maar, laten we niet vergeten dat deze ingrijpende maatregelen uiteindelijk ten goede komen aan de nieuwe generaties. Uiteindelijk, op de lange termijn, zullen we er allemaal profijt van hebben.
Hoe pakt ZNI de transitie aan?
Hoe pakt ZNI de transitie aan? Bij ZNI krijgen zowel de monteurs alsmede de engineers speciale cursussen om te gaan met de producten die geïnstalleerd moeten worden die bijdragen aan duurzaamheid. Bijvoorbeeld voor monteurs: de installatie van warmtepompen en zonnepanelen. Engineers worden opgeleid om gasloos, duurzaam en waar al wordt geëist, energieneutraal te kunnen berekenen en ontwerpen.
Opleiden en ontwikkelen van vakmensen is essentieel. Er zijn specifieke opleidingen over bijvoorbeeld installatie en onderhoud van warmtepompen en warmtepompboilers, maar ook om bij te blijven in de laatste normen en regelgeving. De branche klaarmaken voor een duurzame toekomst. Meer weten? Lees eens de blog van Gom Kremers, eigenaar van ZNI en bekijk onze vacatures.